De stille oever en de toekomst van de zee
Door Tom Rietveld
Een eeuw geleden vond de dichter rust langs het water: boten die binnenzeilen, netten vol, en het stille spiegelende oppervlak van een rivier. De visser leefde met de natuur, in eenvoud en dankbaarheid.
Vers (1825)
Onlangs ging ik langs de oever,
Van den noorder pekelplas;
’t Effen nat wederkaatste elk voorwerp,
Als het gladde spiegelglas;
’k Zag de pinken nader zeilen,
’t Anker werpen in het zand,
En de visch bij volle korven,
Met gejuich aan wal gebracht,
Geen gezucht naar goud of grootheid,
Een dankbaar visschers-hart.
Echo naar de toekomst
Wat toen vanzelfsprekend was, is nu een waarschuwing. Kunnen onze kleinkinderen nog vissen in heldere wateren? Blijft de zee geven, of hebben wij te veel gevraagd?