Hadden wij maar een paar genen van de vogels in de lucht.
Zij bouwen hun huisjes in vogelvlucht.
Zij leggen hun eitjes in hun warme nest.
Zij broeden om beurten, zowel pa en ma doen erg hun best.
Maar als bij de kleintjes hun buikjes vol zijn en ze met hun vleugeltjes slaan,
is het klaar voor het volwassen vogelpaar. Dan is hun taak gedaan.
Dan donderen ze hun kleintjes uit hun nest.
Wensen ze het allerbeste. De natuur doet de rest.
Niks hun hele leven zorgen.
Door naar de dag van morgen.
Hennie de Wijs