Van deinende carnavalskrakers tot onvervalste zydeco, van hossende feestbands tot rauwe bluesgitaristen en Dj’s: de gemeente Geertruidenberg is al decennialang vruchtbare grond voor een grote groep muzikanten die alle kanten van het muzikale spectrum raken. Wat gebeurt er als je deze artiesten vraagt om een lijst te maken van de, volgens hen, vijf mooiste of meest bijzondere liedjes? Aflevering 15: Raymond de Graaf.

Door: Dennis Mikhout

Bijna dertig jaar was hij de vaste drummer van de WC Experience. Tijdens de coronaperiode begon het te knagen bij Raymond. Week in, week uit met de band alle feesttenten in. Had hij daar nog wel zin in? Hij hing zijn drumstokken spreekwoordelijk aan de wilgen. Tegenwoordig speelt hij vooral voor de lol in ‘The Nowhere Boys’, een Beatles coverband.

Every Night – Paul McCartney

“Voor mij zijn de Beatles by far het beste wat er ooit bestaan heeft. Dat zijn mijn helden. En in die band zit ene Paul McCartney en die staat dan weer lichtjaren boven de rest van de band. Het is mijn allergrootste held qua liedjes, composities, teksten en melodieën. Eerst komt McCartney, dan komt Cruijff en dan komt de rest pas bij wijze van spreken. Ik heb hem al acht keer live gezien en als ik heel eerlijk ben gaan bij hem de jaren wel tellen. Hij wordt door de leeftijd nu wel wat minder. Maar je staat in zo’n zaal maar een meter of veertig bij McCartney vandaan. Dan vind ik het al best eigenlijk.

Dit is vaak het eerste liedje wat ik invul als ik voor de Top 2000 stem. Het is een heel kort liedje van zijn eerste soloalbum uit 1970. Het gaat over altijd maar uit willen gaan, maar vanavond niet. Want vanavond wil hij thuis bij haar blijven. Heel mooi. En dan het refrein. Meestal heb ik een hekel aan van die refreinen zonder tekst met alleen maar oehoe of ahaha. Maar bij dit nummer pik ik het helemaal. Hij heeft het volledige nummer zelf ingespeeld. Alle instrumenten. En dan vind ik McCartney hier echt op zijn best.

Eigenlijk is het niks bijzonders, een typisch klein mooi liedje. Omdat ik zelf muzikant ben verwacht men misschien dat je met hele moeilijke nummers aankomt. Met hele ingewikkelde drumsolo’s. Maar dat heeft dit liedje juist helemaal niet. Mijn cd-collectie staat hierop zolder. Daar zit veel ‘Metallica’ en ‘System of a Down’ tussen. Tja, daar kan ik nu echt niet meer naar luisteren. Daar word ik tegenwoordig helemaal zenuwachtig van, van dat lawaai. Als een gitarist een pedaaltje intrapt ben ik er bij wijze van spreken al klaar mee. Tegenwoordig hou ik van mooie kleine melodietjes. Geen idee hoe dat zo ineens gekomen is. Misschien dat je door de leeftijd anders naar muziek gaat luisteren.”

Lonely Boy – Andrew Gold

“Deze staat niet meer in de Top 2000, al jaren niet meer eigenlijk. Gek want dit is muzikaal gezien zo’n ongelooflijk goed nummer. Het is super strak ingespeeld. Je hoort een drumstel en een basgitaartje. Er zit een hele mooie gitaarsolo in. Goed gezongen ook. En het heeft toch iets heel herkenbaars want iedereen kan het refrein wel meezingen. En dat laatste maakt het dan wel weer echt een popliedje. Ik heb het nummer wel 100 miljoen keer gehoord maar hoor toch steeds weer iets nieuws. Nu valt mij bijvoorbeeld ineens weer een tamboerijn in het nummer op.

Dit is echt een muzikant die ik graag een keer live had gezien. Helaas is hij veel te vroeg overleden. Hij heeft het nooit willen toegeven maar ik denk wel dat deze tekst helemaal over hemzelf gaat. Het klinkt echt als zijn eigen levensverhaal maar volgens Gold is het totaal niet autobiografisch. In die tekst ben ik trouwens wel echt veel later gedoken. Ik ben een echte ‘melodiënman’ namelijk. Soms pak ik er zelfs een gitaar bij om de melodie van een nummer helemaal uit te kunnen vogelen.”

Greek Song – Rufus Wainwright

“Dit vind ik na McCartney ook echt wel een fenomeen. Een echte vakman en een geweldige liedjesschrijver. Hij heeft helemaal geen hits in Nederland en is wat dat betreft wel een beetje onderschat hier. Hij maakt ook opera’s bijvoorbeeld. Soms heeft hij eerlijk gezegd echt wel albums waarvan ik denk; ‘oei is dit nou echt nodig?’ Maar dan maakt hij daarna weer een prachtig popalbum. Elton John noemt hem de beste liedjesschrijver van de wereld. Sting vindt het tijdloos wat hij doet. Dat zijn toch wel even twee grote namen die hem op een voetstuk zetten. Dat zegt wel wat.

Ik heb hem vaker live gezien dan McCartney zelfs. Hem live zien is echt iets ongelooflijks. Nog nooit hoorde ik iemand zo loepzuiver zingen als deze man. Het pakt mij gewoon. Dit is ook zo’n liedje wat op het eerste gezicht helemaal niet zo bijzonder is. Het bestaat ook uit maar twee akkoorden. Maar wat hij in het refrein doet met zijn stem, van hoog naar laag, ja daar krijg ik echt kippenvel van. Ik kan echt wel genieten van een goede drummer of gitarist. Maar als iemand dit allemaal met zijn stem kan vind ik dat misschien nog wel veel mooier. Het is totaal geen rock & roll maar wel heel knap.”

Right Down the Line – Gerry Rafferty

“Dit nummer staat op de plaat ‘City to City’ waar wat mij betreft echt geen één slecht nummer op staat. Ook hier heb ik een beetje hetzelfde verhaal als bij de andere nummers die ik gekozen heb. Het gaat mij puur om de melodie. Verder gebeurt er niet zo heel veel in het nummer, want echt spannend is het niet. Maar het heeft een hele mooie pure melodie en dat aparte herkenbare stemgeluid van Rafferty. Wat ook goed gevonden is; is dat het laatste zinnetje van het refrein ook het begin van het daaropvolgende couplet is. Dat vind ik dan wel weer geniaal. Je hebt mensen die heel goed kunnen metselen of schilderen en je hebt mensen die heel goed zijn in het maken van liedjes. Zoals Gerry Rafferty.

De tekst is ook goed. Het is een behoorlijk liefdesliedje kan je wel zeggen. Wij hebben hier in huis wel eens ‘plaatjesdraaiavonden’ gehad vroeger. Toen de kinderen er nog niet waren. Mijn muziekhok buiten was goed geïsoleerd, dus dan kon je volle bak muziek draaien. Dat hoorde buiten geen kip. En dan liet ik als een soort Leo Blokhuis wel eens mooie liedjes aan mijn vrouw horen. Dan zal deze vast wel eens voorbij gekomen zijn, ja.”

In My Life – The Beatles

“The Beatles moeten in mijn top vijf, want dat is mijn muzikale opvoeding. Die steken met kop en schouders boven de rest uit. Voor mijn gevoel is dit een typisch John Lennon-nummer. Hij zingt het natuurlijk maar ook qua opbouw vind ik het echt iets voor hem. Misschien komt dat door de woordkeuzes of de opbouw van de tekst. Paul McCartney is meer van het ‘I love you’ gebeuren, denk ik. Maar misschien zit ik er wel helemaal naast en hebben ze het samen geschreven. In die tijd hadden ze elkaar ook echt nog nodig. Ze maakten elkaar beter en voegden zelfs stukken toe aan elkaars nummers.

Deze komt van het album ‘Rubber Soul’, een van de eerste albums die ik bij mijn vader in de kast vond. Toen wij thuis een cd-speler kregen, kon de platenspeler natuurlijk naar boven. Die mocht ik hebben. Ik had die apparatuur in mijn kamertje zo opgesteld dat ik net kon doen alsof ik een radiostation had. En dan draaide ik altijd de lp’s van mijn vader. Deze plaat heb ik als elf- of twaalfjarige bijna dwars doormidden gedraaid. Als ik hem nu uit de hoes zou halen, zou je erdoorheen kunnen kijken, zo vaak heeft hij opgestaan. Als baby van twee maanden hield mijn vader mij voor de speakers als er een Beatles album opstond. Dat vertelde hij wel eens gekscherend. Die muziek heeft mij eigenlijk altijd aangesproken. Voor altijd The Beatles.”

We sluiten af met de vraag welk van deze vijf liedjes Raymond zelf het liefste geschreven of gemaakt had: “Aan McCartney of The Beatles wil ik niet komen en zo mooi als Rufus kan ik niet zingen. Dan kies ik maar voor ‘Lonely Boy’. Ook omdat het, muzikaal gezien, zo perfect uitgevoerd is.”