In het digitale tijdperk van muziekstreaming is het een zeldzaamheid geworden om volledige albums te beluisteren, maar echte muziekliefhebbers weten dat het luisteren naar een album van begin tot eind een unieke ervaring kan bieden. In de reeks 'Vinyl Verhalen' neemt Dennis Mikhout elke week een iconisch muziekalbum onder de loep. Tijdens deze ontdekkingsreis onthult hij de verhalen achter deze albums, variërend van klassieke studiomeesterwerken tot memorabele live-opnames, ongeacht het genre en tijdperk. Deze week: 'Exile on Main St.' van The Rolling Stones.

Door: Dennis Mikhout

In mei 1972 verscheen ‘Exile on Main St.’, het tiende studioalbum van The Rolling Stones. Wat begon als een chaotisch en onconventioneel opnameproces in een Franse kelder groeide uit tot een van de meest legendarische dubbelalbums in de rockgeschiedenis. Rauw, zweterig en ook onsamenhangend, maar tegelijk vol energie en pure soul: ‘Exile’ is het geluid van een band op de vlucht, maar toch volledig in hun element.

Begin jaren ’70 bevonden The Rolling Stones zich op een kantelpunt. Na jaren van succes en wilde excessen werden ze in hun thuisland Engeland geconfronteerd met torenhoge belastingen. In 1971 vertrokken ze naar het buitenland om verdere belastingschulden te voorkomen, een stap die hen de bijnaam 'tax exiles' opleverde. Keith Richards vestigde zich in het Zuid-Franse stadje Villefranche-sur-Mer, in een villa genaamd Nellcôte. Het was daar, in de vochtige kelder van dat huis, dat een groot deel van Exile on Main St. werd opgenomen. De villa Nellcôte waar het album deels werd opgenomen, had tijdens de Tweede Wereldoorlog gediend als hoofdkwartier van de Gestapo, een sinister detail dat de mystiek rond het album alleen maar vergrootte.

De band was niet alleen geografisch, maar leek ook mentaal in ballingschap. De sfeer was grimmig en losjes. Tussen drugsgebruik, juridische problemen en onvoorspelbare opkomst van bandleden en gasten, ontstond er een sfeer van anarchie, en precies die sfeer hoor je terug op het album.

De opnames in Nellcôte verliepen verre van traditioneel. De kelder was niet ontworpen als studio, en de hitte, vochtigheid en gebrekkige apparatuur vormden constante uitdagingen. Geluidsingenieur Andy Johns en producer Jimmy Miller werkten met minimale middelen, vaak laat op de avond of ’s nachts, terwijl bandleden in- en uitliepen. Sommige nummers werden opgenomen in fragmenten, met wisselende bezettingen.

Keith Richards’ onvoorspelbaarheid, mede door zijn heroïneverslaving, bepaalde grotendeels het tempo. Mick Jagger pendelde tussen Frankrijk en Londen en raakte gefrustreerd over het trage verloop van het project. Toch ontstond er iets bijzonders: een geluid dat groezelig, spontaan en intens levendig was.

Veel bijdragen van muzikanten zoals saxofonist Bobby Keys, pianist Nicky Hopkins en gospelzangeressen Clydie King en Venetta Fields waren spontaan en ongepland, het album is een muzikaal mozaïek van invallen en improvisatie.

Later werden veel partijen (zoals zang, blazers en achtergrondkoortjes) toegevoegd in Los Angeles, waar het album werd afgewerkt.

‘Exile on Main St.’ is daardoor geen verzameling hits, maar een collage van stijlen: blues, country, rock-’n-roll, soul en gospel vloeien moeiteloos in elkaar over. Het album klinkt alsof het rechtstreeks uit een stoffige jukebox in een vergeten Amerikaanse roadhouse komt: enorm rommelig, maar onweerstaanbaar authentiek.

De productie is ongepolijst. Veel nummers klinken alsof ze met een enkel microfoontje in een rokerige bar zijn opgenomen. Maar juist die ruwe aanpak geeft het album zijn karakter. Het is een viering van Amerikaanse rootsmuziek door een Britse band die de ziel van dat genre perfect weet te raken.

Drie sleuteltracks:

‘Tumbling Dice’: De enige echte hit van het album. ‘Tumbling Dice’ combineert een laidback groove met cryptische teksten over liefde en gokken. Jagger’s sluwe vocalen, de soulvolle achtergrondzang en de losjes swingende gitaarlijn maken het tot een instant klassieker. Het nummer groeide uit tot een vast onderdeel van hun liveshows.

‘Sweet Virginia’: Hiermee schakelen The Rolling Stones moeiteloos over naar countrymodus. Het nummer opent met een krakende mondharmonica en een losjes gespeelde akoestische gitaar, alsof het op een veranda in het diepe zuiden is opgenomen in plaats van in Zuid-Frankrijk. De tekst is tegelijk ironisch en bitterzoet, vol verwijzingen naar verslaving, escapisme en het verlangen naar eenvoud. 'Got to scrape that shit right off your shoes,' zingt Jagger met een mix van sarcasme en melancholie. De band klinkt ontspannen, bijna nonchalant, maar onder het oppervlak borrelt een gevoel van vermoeidheid en verlangen. Sweet Virginia is een moment van relatieve rust op een verder rokerig, gejaagd album: en juist daardoor blijft het hangen.

‘Shine a Light’: Een van de meest emotioneel geladen nummers van het album, geschreven door Jagger als eerbetoon aan voormalig bandlid Brian Jones. De gospelinvloeden, met kerkelijke piano, blazers en achtergrondkoor, tillen het nummer naar spirituele hoogte. Het is een moment van helderheid op een duister klinkend album.

Bij de release waren de reacties gemengd. Sommigen vonden het album te lang, te rommelig en onsamenhangend. Pas jaren later groeide het uit tot een cultklassieker en uiteindelijk een onbetwiste rockmijlpaal. Critici, muzikanten en fans erkennen het inmiddels als een van de meest invloedrijke albums ooit.

‘Exile on Main St.’ is het geluid van een band die balanceert tussen zelfvernietiging en genialiteit: en daardoor iets ongrijpbaars vastlegt. Het album voelt niet als een product, maar als een momentopname: een leven dat in volle vaart wordt geleefd, met alle chaos, glorie en pijn van dien.