In de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw maakte het zaalvoetbal in Nederland een ongekende ontwikkeling door. Tv-programma’s op de toen nog twee publieke zenders, gewijd aan het voetbalspelletje in de zaal, zorgden voor een enorme populariteit. Zaalvoetbal zat in de lift, en elk dorp of stad had wel enkele teams op niveau. Zo ook in deze gemeente. Een van deze teams, het roemruchte Adriaanse Boys, beleefde zaterdag een succesvolle reünie.
Door: Dennis Mikhout
Een speciale reden voor de reünie was er eigenlijk niet. Een van de oprichters van het team in de vroege jaren ’70 is Bert Meijer. Meijer woont inmiddels in Castricum. Onder de douche bedacht hij zich dat het wel eens leuk zou zijn om al die voetbalvrienden van vroeger weer eens te zien. Omdat Meijer een aanpakker is, werd die douchegedachte al snel werkelijkheid. Hij plaatste her en der wat oproepen, pleegde wat telefoontjes, en zo kreeg de reünie al snel gestalte.
Dezelfde grappen
Op zaterdagmiddag werd er verzameld in de kantine van de Dongemond-sporthal. Op tafel lag parafernalia uit een rijk zaalvoetbalverleden uitgestald: oude shirts, teamfoto’s van stoer kijkende mannen met lang haar en snorren, bekers en vaantjes. In de kantine was het een komen en gaan van oud-spelers. Zoals dat meestal gaat bij mannen die lang met elkaar gevoetbald hebben, valt iedereen snel weer in zijn oude rol. Dezelfde grappen als dertig jaar geleden worden gemaakt. Her en der wordt een por gegeven in een bierbuik die er de laatste keer dat ze elkaar zagen nog niet was. Voetbalgezelligheid. Al snel volgen er anekdotes, bijvoorbeeld over internationale toernooien in Tsjechië.
Elftalfoto
Omdat zaalvoetbal in de jaren ’70 een dure bezigheid was, zaalhuur was toen vrij prijzig, zochten de oprichters van het clubje een sponsor. Ad Adriaanse van het lokale Adriaanse Transport werd benaderd en hapte snel toe. Vanaf dat moment werd de huur van de hal, maar ook shirts, broeken en tassen betaald door het transportbedrijf. Als dank veranderde de club de naam uiteraard in Adriaanse Boys. Omdat ze de sponsor van weleer niet vergeten zijn, toog het hele gezelschap vanaf de sporthal naar het terrein van Adriaanse Transport om daar een oude elftalfoto nog eens dunnetjes over te doen.
Duik in het verleden
Terug in de sporthal maken de organisatoren van de reünie, Bert Meijer (oprichter van het team en enthousiaste duizendpoot) en Jan van Vessem, (keeper van weleer met nog steeds dezelfde stoere snor als op de oude elftalfoto’s), wat tijd vrij. Wat volgt is een mooie duik in het verleden.
Zoals gezegd was het zaalvoetbal in die tijd ongekend populair én van een zeer hoog niveau. Van Vessem: “In de Dongemond-regio werden mooie en wilde derby’s gespeeld. En elk jaar was er het kersttoernooi op tweede kerstdag. Mensen konden uitbuiken en in de sporthal kijken naar bijvoorbeeld de kampioensploegen van ’73 en ’74. Omdat er veel prijzengeld te verdienen was, kwamen die ploegen graag naar ons toe. Het trok duizenden toeschouwers.”
Meijer viel op zijn beurt in de jaren ’70 al snel voor het spelen in de zaal in plaats van op het veld. “Het had niet de hardheid die je op het veld wel vaak zag, je had er een goede techniek voor nodig, het was intensiever want je mocht doorwisselen en je speelde op meerdere posities,” somt hij enthousiast op. Het grootste voordeel wat hem betreft: “Het is in een zaal hè, dus het werd nooit afgelast door het weer, haha.”
Een vorm van jaloezie
Door het zaalvoetbal kwam Van Vessem zelfs voor een sportief misschien wel moeilijke keuze te staan. “Ik speelde in de A-jeugd van Veerse Boys, maar toen men erachter kwam dat ik ook in de zaal keepte, werd ik voor maar liefst zes wedstrijden geschorst door het bestuur. Toen heb ik mijn veldvoetbalschoenen aan de wilgen gehangen en ben ik direct verdergegaan als zaalvoetballer.” Dat zaal- en veldvoetbal elkaar bijten, beaamt Meijer op zijn beurt. “Men was enorm bang dat spelers sneller geblesseerd zouden raken in de zaal. Maar het was vooral een vorm van jaloezie, want alleen de meest technische en beste spelers konden meekomen in de zaal. Ze waren bang die spelers kwijt te raken aan het zaalvoetbal.”
Net zo fanatiek als vroeger
Na een kampioenschap in de eerste klasse in 1981 en het nét niet bereiken van de hoogste klasse, kwam langzaam de klad in het zaalvoetbal. Er werd nog onder diverse andere sponsornamen doorgespeeld. Momenteel spelen enkele oudgedienden onder de naam Zwart/Wit nog stug door. Geen competitie meer, maar als recreanten tegen elkaar in de zaal. Wel net zo fanatiek als vroeger.