Een bijzondere verzameling brengt geschiedenis, kunst en geloof samen in Geertruidenberg.
Door Tom Rietveld
Wie bij toeval een kijkje binnenneemt bij Eric Bos in Geertruidenberg, kijkt de ogen uit. Overal waar je kijkt staan heiligenbeelden: groot, klein, van gips, hout of brons. Sommige afkomstig uit kloosters, andere uit oude woonhuizen of kerken. In totaal meer dan zeventig stuks. Een bonte verzameling die de ruimte een bijna sacrale rust geeft; zonder dat het religieus moet zijn.
“Het is eigenlijk zomaar gegroeid,” zegt Eric met een glimlach. “Ik ben er niet bewust naar op zoek gegaan. Het begon gewoon met één beeld, en sindsdien kwamen ze vanzelf.”
Het eerste beeld: Sint-Gertrudis
De oorsprong van zijn verzameling ligt dicht bij huis. “Onze plaatselijke timmerman, Sjaak de Hoog, had een brocante-winkeltje met zijn vrouw,” vertelt Eric. “Daar stond een beeld van de heilige Gertrudis, de beschermheilige van Geertruidenberg. Ik vond dat bijzonder, en heb het gekocht.”
Het beeld kreeg een plek in het raamkozijn. En toen kwam het tweede, derde, vierde beeld. “Op een kofferbakverkoop tegenover hier zag ik nog wat beelden staan. En later kreeg ik er een paar cadeau van mensen die wisten dat ik ze spaarde. Zo gaat dat: als je er een paar hebt, denken mensen dat je verzamelaar bent. En dan komen ze vanzelf naar je toe.”
Inmiddels heeft hij er ruim zeventig. Sommige vond hij zelf, maar het merendeel kreeg hij van mensen die afstand deden van nalatenschappen. “Ze zeggen dan: ‘Jij spaart ze toch? Dan komen ze bij jou beter tot hun recht dan in een doos op zolder.’ En dat vind ik mooi. Dan geef ik ze graag een plek. Maar ik verkoop ze nooit – dat hoort niet.”
Een groeiende verzameling met een ziel
Zijn verzameling is niet alleen groot, maar ook gevarieerd. Naast Gertrudis staan er beelden van de heilige Barbara, Bernadette van Lourdes, Sint-Jozef en tientallen anderen. Elk met een eigen betekenis.
“De heilige Barbara is de beschermheilige van brandweerlieden,” legt Eric uit. “En Gertrudis zou beschermen tegen muizenplagen. Zo heeft elke heilige zijn eigen verhaal. Dat maakt het juist zo interessant.”
Veel bezoekers herkennen er iets in uit hun jeugd; een beeld bij oma op de schoorsteen of in de parochiezaal. “Mensen beginnen vaak spontaan te vertellen,” zegt hij. “Dat ze vroeger zo’n beeld thuis hadden, of dat hun ouders bij een bepaalde heilige baden. Zo wordt het iets van herkenning.”
Een blikvanger: het raam uit het oude Agnesklooster
Een bijzondere plek in de ruimte neemt een groot glas-in-loodraam in beslag. “Dat raam komt uit het Agnesklooster,” vertelt Eric trots. “Het hing daar ooit tussen de kapel en het trappenhuis. Toen het klooster werd ontmanteld, kon ik het redden van de sloop. Nu is het hier de blikvanger van de ruimte.”
Het kleurrijke raam werpt bij zonnig weer een zachte gloed over de beelden. “Voor mij hoort dat erbij: een stukje geschiedenis bewaren. Dit raam vertelt net zo goed een verhaal als de beelden zelf.”
Van Geertruidenberg tot Antwerpen
Eric vertelt dat bezoekers zijn verzameling soms vergelijken met ’t Elfde Gebod in Antwerpen, een bekend Belgisch café vol religieuze kunst. “Dat hoor ik vaker,” lacht hij. “Maar bij mij is het niet bedoeld als thema of concept. Het is gewoon zo gegroeid. Mensen vinden het mooi om te zien, en dat is genoeg.”
Sommige beelden komen ook écht van bijzondere plekken. “Een keer hoorde ik dat in de oude kazerne hier in de buurt een veiling was, omdat de uitbater failliet ging. Daar heb ik drie grote beelden op de kop getikt voor honderd euro. En zo groeit het gestaag verder.”
Een huis vol verhalen
Wie de tijd neemt om rond te kijken, ziet dat het niet alleen om religie draait. Tussen de heiligenbeelden hangen ook portretten van koningen en koninginnen, vlaggen en historische prenten. “We hebben een oranje geschiedenis,” legt Eric uit. “Geertruidenberg is een oranje stad. Prins Maurits en Willem van Oranje hebben hier nog rondgelopen. En mijn achternaam is Bos. Tja, dan is Huis ten Bosch als naam natuurlijk snel bedacht,” zegt hij met een knipoog.
“Het gaat om sfeer. Een ruimte moet als een warme deken voelen. Mensen moeten iets hebben om naar te kijken, om over te praten.”
Geen gokkast, maar karakter
Zijn voorliefde voor sfeer verklaart ook waarom hier geen moderne toeters of bellen te vinden zijn. “Ik wilde geen gokkasten of schermen,” zegt Eric beslist. “Een café hoort een plek te zijn waar mensen elkaar aankijken, praten, lachen. Niet alleen maar turen naar een apparaat. En met al die beelden om je heen, raak je vanzelf in gesprek.”
Bezoekers reageren enthousiast. “Ze zeggen vaak: ‘Het lijkt hier wel een museum!’ Anderen noemen het ‘een rariteitenkabinet met klasse’. En dat vind ik prima. Als mensen hier iets voelen, is mijn doel bereikt.”
Van discobal tot devotie
Zijn kinderen moesten vroeger lachen om die heilige beelden. “Ze zeiden: ‘Pa, wanneer hang je nou eens een discobal op?’,” vertelt Eric. “Ik zei: wacht maar, later begrijpen jullie het. En nu vinden ze het prachtig. Ze zien hoe mensen hier binnenkomen en zeggen: ‘Wow, wat bijzonder!’”
Voor Eric is de verzameling meer dan decoratie. Het is een manier om verhalen en herinneringen levend te houden. “Al die beelden komen ergens vandaan. Ze stonden bij mensen thuis, in kapellen of kloosters. Het zijn stille getuigen van geloof, van hoop, van zorg. Dat spreekt mij aan. En dat probeer ik vast te houden.”
Toeval, traditie en een beetje trots
Hij noemt zichzelf geen vrome man, eerder een liefhebber van geschiedenis en symboliek. “Ik geloof vooral in wat mensen verbindt,” zegt hij nuchter. “Of je nu iets met geloof hebt of niet; deze beelden zijn deel van ons erfgoed. Ze vertellen iets over wie we waren en wat we belangrijk vonden.”
Dat is ook wat bezoekers vaak raakt. “Mensen komen hier binnen, kijken even rond, en zeggen dan: ‘Mijn oma had precies zo’n beeld.’ En dan weet ik: missie geslaagd. Want dan heeft iets wat anders vergeten was, weer betekenis gekregen.”
Een levende verzameling
Hoewel de muren inmiddels goed gevuld zijn, blijft Eric openstaan voor wat er op zijn pad komt. “Ik ga er niet actief naar op zoek,” zegt hij. “Maar soms hoor ik van iemand die een doos vol beelden heeft en er niets mee doet. Dan zeg ik: breng ze maar, ik geef ze een plekje.”
Hij glimlacht: “Het is geen handel, geen hobby met winst. Het is gewoon iets moois dat gegroeid is. En zolang er nog een stukje muur vrij is, komt er vast nog wel eentje bij.”
